|
Voces Mystica |
|
Zaterdag 14 april 2007 |
 |
Locatie |
Lutherse kerk
Jan de Bakkerstraat 11 Woerden |
|
Aanvang |
20:15 uur |
|
Kaarten |
€ 10,00 / € 9,00 |
|
|
Erica Waardenburg |
Harp |
|
Shai Lifshitz |
Piano |
Itamar Lapid |
Dirigent |
|
|
|
Programma |
|
Hildegard von Bingen |
(1098 - 1179) |
O Ignis Spiritus |
Alexander Argov |
(1914-1995) |
Ptach Lanu Sha'ar
|
Mark Kopytman |
(*1929) |
Mi Me'ir |
Shai Lifshitz |
(*1966) |
Drie preludes voor piano uit
"De minnaars catalogus"
Tuilleries
Clockwork Nightingale
Humbert - Humbert
|
Gustav Holst |
(1874-1934) |
Choral Hymnes from the Rig Veda
Hymn to the dawn
Hymn to the waters
Hymn to the vena
Hymn of the travelers
|
Pauze |
Evi Eilam- Amzalag |
(*1939) |
Ya'ala Ya'ala |
Gustav Holst |
(1874-1934) |
Two easter Pictures
Spring
Summer |
Benjamin Britten |
(1913-1976) |
Suite voor harpsolo |
Sergei Rachmaninov |
(1873-1943) |
"Zes koren" opus 15 |
|
Programmatoelichting |
Een spar staat in het woeste noorden, in de sneeuw
en droomt over een palmboom
die staat in het land waar de zon opkomt
(uit Sosna; gedicht van Lermontov, het derde lied in “zes koren” opus 15 van Rachmaninov)
Het verlangen van het noorden naar het zuiden of van het westen naar het oosten komt vaker voor in het programma “Voces Mystica”. De mystiek van drie religies - van de 3500 jaar oude Veda, van verschillende Joodse tradities en van de grootste middeleeuwse mystica - zijn de andere componenten.
De grote interesse van de Engelsman Gustav Holst, (1874-1934) in Sanskriet en in de Hindu-mystiek heeft tot een groot aantal composities geleid. “Hymns from the Rig Veda” is er een van. Het stuk bestaat uit vier groepen van hymnen waarvan de eerste, tweede en vierde geschreven zijn voor verschillende soorten koren met orkest.
Voces Lauri zingt vanavond de derde groep, die geschreven is voor vrouwenkoor en harp. De Rig Veda verzameling van hymnen vormt een van de oudste bestaande religieuze teksten van de mensheid en is geschreven tussen 1700-1100 jaar voor het begin van onze jaartelling.
Holst heeft ook gedichten van de Sanskriet-dichter Kalidasa (onduidelijk; tussen de 5de en de 1ste eeuw voor onze jaartelling) op muziek gezet. “Two Eastern Pictures” zijn lofliederen voor natuur en liefde die lente en zomer vertegenwoordigen. De muzikale stijl van Holst in zijn “Hindi” periode (1908-1912, geen officiële term) is een vervolg op het verlangen van de romantiek naar de oriënt.
Sinds het gebruik van trommels als een kenmerk voor “Turkse” muziek bij Mozart en zijn tijdgenoten, zijn er veel componisten geweest die pogingen hebben ondernomen tot het schrijven van “oriëntaalse muziek”.
Het oratorium “Das Paradies und die Peri “ van Schumann (Perzische mythe) is een zeer uitgebreid voorbeeld hiervan. Ook opera’s als Aida (Egypte) van Verdi en “Madame Butterfly” (Het verre oosten) van Puccini zijn goede voorbeelden voor Westerse-Oriëntaalse muziek.
Bij Holst was deze periode een overgang van het schrijven in een traditionele Engelse stijl naar een universele stijl die hem grote bekendheid heeft gebracht met het stuk “The Planets”.
Een andere cyclus in het programma is “Zes koren” opus 15 van Sergei Rachmaninov (1873-1943). Deze cyclus heeft hij in 1895 geschreven, net voordat hij een tournee samen met de violiste Teresina Tua had afgezegd. Rachmaninov wilde compenseren voor het verlies van inkomsten en ging schrijven. Hij zei zelf dat de druk om deze cyclus te schrijven goed was voor zijn creatieve proces. Het zijn zes losse gedichten van vijf verschillende Russische dichters gecomponeerd met veel zeggingskracht en een breed palet van kleur en dynamiek.
Alexander Argov (1914 Moskou- 1995 Tel-Aviv) heeft zich in 1934 in Israël gevestigd en heeft sindsdien meer dan twaalfhonderd liederen gecomponeerd. “Ptach Lanu Sha’ar” is een tekst uit het gebed van de Grote Verzoendag, het vragen om een laatste kans om de poort der vergiffenis te mogen passeren.
De muzikale stijl van Argov ligt tussen de lichte muziek en de klassieke muziek en heeft veel weg van Europese componisten van het begin van de 20ste eeuw, zoals Holst en Rachmaninov.
Mark Kopytman (1929) is in Kamenetz – Podolski geboren (toen Polen, nu Oekraïne), werkte eerst als arts, maar ging verder met compositiestudies in Lvov en later in Moskou aan het Tsjaikowski Conservatorium, waar hij eind jaren vijftig ook docent was.
In 1972 emigreerde Kopytman naar Israël en sindsdien doceert hij aan de Rubin Muziekacademie in Jeruzalem. Hij is vaak te gast als docent in de VS, Canada, Australië, Duitsland, Rusland en Polen, jureert compositieconcoursen en is artistiek adviseur van muziekfestivals. Zijn muziek is tegelijk modern en toch zeer herkenbaar in een etnisch/culturele context.
“Mi Me’ir” is een gedicht van Amir Gilboa (1917 Oekraïne – 1984 Israël) dat de adembenemende, droomachtige schoonheid van Jeruzalem beschrijft. Kenmerken van Kopytman’s muziek zijn in dit stuk duidelijk aanwezig. Oriëntaalse toonladders en motieven die steeds herhaald worden in een monotone beweging (ostinato). Dezelfde ostinati overschrijden soms de structuur van maat en tempo om “wolken” van klank te vormen.
Avi Eilam- Amzalag (1939) is in Casablanca, Marokko geboren en later geëmigreerd naar Israël. Hij is een sleutelfiguur in het koesteren en behouden van de Joods-Noord-Afrikaanse muziek. In zijn eigen composities gebruikt hij deze traditie als bron. Hij heeft een orkest opgericht dat Andalusische en Noord Afrikaanse muziek in de hele wereld uitvoert (het Andalusisch-Israelische Orkest).
“Ya’ala Ya’ala” is een bewerking van Amzalag voor een traditioneel Joods-Marokkaans lied. De tekst van “Ya’ala Ya’ala” is uit de 16de eeuw en is geïnspireerd door het Hooglied.
Voces Lauri opent het programma met een hymne van de grote Mystica uit de 12de eeuw, Hildegard von Bingen (1098-1179). Voor haar geldt, dat alles wat zij deed, zowel in geschrift als in de muziek die ze componeerde,aan haar werd geopenbaard in visioenen. In haar muziek wil zij als het ware extatisch omhoogreiken. De extase wordt benadrukt door lange melismen (versieringen) en een groot bereik. O Ignis Spiritus is haar lofzang op de inspiratie tot wijsheid. |
|