Gottes Zeit is die Allerbeste Zeit

Dit project stond in het teken van 80 jaar bevrijding. Op 3 mei 2025 voerden wij ons programma uit in de Pauluskerk in Breukelen. Op de lessenaar stonden het Requiem van Biber en de cantate ‘Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit’ van Bach (‘Actus Tragicus’). Op 4 mei 2025 werd de Actus Tragicus nogmaals uitgevoerd tijdens de kerkdienst in de Geertekerk, samen met het kamerkoor van de Geertekerk.

Toegangskaart
sopraanMaria Goetze
altLuise Kimm
tenorMatt Smith
basAndreas Goetze
blokfluitSusanne Gersch
Coert Bremmers
viola da gambaMarike Tuin
Maaike Boekholt
violoneAlon Portal
orgelEre Lievonen
dirigentMaarten van der Bijl

Heinrich Ignaz Franz von Biber (1644-1704) staat bekend als een van de grootste vioolvirtuozen van zijn tijd en wordt vaak gezien als een belangrijke muzikale voorganger van Mozart in Salzburg. Als kapelmeester aan het hof van de aartsbisschop in Salzburg componeerde Biber zijn indrukwekkende Requiem, naast vele andere werken. Zijn muziek kenmerkt zich door een buitengewone virtuositeit, diepgaande expressie en vernieuwende technieken, waarmee hij niet alleen zijn tijdgenoten inspireerde, maar ook een blijvende invloed uitoefende op de ontwikkeling van de barokmuziek. Bibers oeuvre omvat naast religieuze muziek ook baanbrekende vioolcomposities, zoals zijn beroemde “Mysterie- of Rozenkranssonates”

Johann Sebastian Bach’s ‘Actus Tragicus’ (BWV 106), geschreven rond 1707 toen Bach nog een jonge organist was in Mühlhausen, wordt beschouwd als een van zijn vroegste en meest ontroerende cantates. Officieel getiteld ‘Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit’, weerspiegelt dit werk Bachs diepe spirituele overtuiging en zijn vermogen om menselijke kwetsbaarheid en goddelijke troost muzikaal te verbeelden. De cantate, gecomponeerd voor een begrafenis, is doordrenkt van een serene, bijna troostende meditatie over de vergankelijkheid van het leven en de hoop op eeuwige rust.

De Actus Tragicus is geschreven voor een kleine bezetting, waaronder een blokfluitensemble en een viola da gamba, die een zachte, intieme klankkleur creëren. Met zijn verfijnde contrapunt, symbolische tekstkeuze en subtiele afwisseling tussen instrumentale en vocale passages, laat het werk Bachs meesterlijke compositorische vaardigheden al in een vroeg stadium zien. Ondanks de beperkte schaal en vroege datering wordt de cantate vaak geroemd als een van de meest perfecte uitingen van zijn vroege religieuze muziek en een voorbode van de grootse werken die nog zouden volgen.